
De onderdelen zijn onderverdeeld in het C, B en A diploma
- A. los en aangelijnd volgen
- B. vooruit sturen en komen op bevel
- C. houden van de aangewezen plaats gedurende 2 minuten
- D. apport te land (konijn)
- E. apport uit diep water (eend)
Het B diploma bestaat uit de onderdelen A t/m E en:
- F. verloren zoekapport uit de dichte dekking (eend)
- G. markeerapport te land (eend)
- H. apport over diep water (eend)
Het A diploma bestaat uit de onderdelen A t/m H en:
- I. dirigeerapport te land (duif)
- J. sleep van een verre loper over breed water (eend)
Voor elk onderdeel kun je maximaal tien punten krijgen en moet je minimaal zes punten hebben. Is het onderdeel onvoldoende uitgevoerd dan krijg je een nul. Valt er een nul in de C proeven dan heb je geen diploma echter, zijn alle C proeven voldoende maar in een B proef valt een nul dan krijg je nog wel een C diploma.
Om een B diploma te verkrijgen moeten dus ook de C onderdelen met goed gevolg afgelegd zijn. Om een A diploma te verkrijgen moeten alle onderdelen goed afgelegd zijn. Een hond gaat pas voor het A diploma trainen als de C en B onderdelen er goed in zitten en er al één of meerdere B diploma’s behaald zijn.
MAP’s (Meervoudige Apporteer Proeven)

Orweja Working Test (OWT)

Een Orweja Working Test is een wedstrijd die tot doel heeft de werkkwaliteiten van de
verschillende apporterende rassen te testen, zonder dat daarbij op wild wordt gejaagd en uitsluitend gebruik gemaakt wordt van dummy’s.
-
a. het beoordelen van de kwaliteit van het geleverde werk van de deelnemende honden.
-
b. het in wedstrijdverband vergelijken van de geleverde prestaties van de deelnemende honden.
-
c. ter voorbereiding t.b.v. deelname aan apporteer veldwedstrijden.
Als de hond piept en dit wordt door de keurmeester vastgesteld betekent dit een onvoldoende voor de proef.
Inspringen:
Inspringen in elke vorm levert ook een nul op, het zogenaamde ‘houdbaar inspringen’ bestaat niet, dit is gewoon inspringen.
Inzetten:
De hond mag slechts eenmaal worden ingezet voor een apport, de hond even terughalen mag dus niet. Ook als de hond uit zich zelf terug aan de voet komt zonder apport levert een nul op.
Wat is zweetwerk / speuren
Bij zweetwerk wordt de hond opgeleid om een bloed-spoor te volgen van bijvoorbeeld een aangeschoten of aangereden stuk wild. Zweet is bloed van groot wild. Het gaat daarbij altijd om reeën, zwijnen enz. In Nederland wordt vaak gebruik gemaakt van teckels of de bayerische gebirgsschweisshund maar ook de Stabij wordt wel gebruikt voor dat werk al is dat nooit in Nederland maar wel in Scandinavië.
Bij speuren wordt de hond opgeleid om een menselijk spoor uit te lopen. Ook deze tak van sport is heel geschikt voor een Stabij. Zowel bij zweetwerk als bij speuren wordt niet geschoten en hoeft de hond niet te apporteren. Ideaal dus voor honden die wat gevoelig zijn voor geluid of die moeite hebben met het apporteren door bijvoorbeeld extreme prooidrift of juist te weinig prooidrift.
Beide disciplines kosten enorm veel energie. Een hond die een spoor heeft uitgewerkt is ’s avonds moe en voldaan. Hij heeft intensief moeten werken. Bij beide disciplines wordt er uitsluitend aan de lijn gewerkt.